Groningen op HisGis.

Wat is het kadaster
Het kadaster is een van overheidswege bijgehouden openbaar register van registergoederen, waaronder onroerende zaken en de daarop gevestigde rechten. Verder wordt de term ook gebruikt om de dienst aan te duiden die met het beheer van een dergelijk register is belast.

 

Het Kadaster is een informatiebron voor iedereen  die gegevens van bepaalde percelen wil weten. Hoewel iedereen in principe inzage kan krijgen in de gegevens van het kadaster, is inzage ervan over het algemeen wel aan kosten verbonden.


De herkomst van de naam kadaster is niet duidelijk; het woord stamt af van het middeleeuws-Latijnse catastrum, dat afkomstig is van hetzij het Griekse καταστιχον (katastichon), lijst, of het Latijnse capitastrum (hoofd), een Romeinse hoofdelijke belasting gebaseerd op bezit van onroerend goed. Daarbij lijkt het tweede meer voor de hand te liggen. In Nederland worden de verschillende wettelijke taken van het Kadaster uitgevoerd door een geheel zelfstandig bestuursorgaan.

 

Geschiedenis van het kadaster in Nederland

Kadaster van een deel van Beerta in 1832.
Een gedeelte van het kadaster van Bovenlanden te Beerta. Bron: HisGis.

Tot het einde van de 18e eeuw heeft het gebied van het huidige Koninkrijk der Nederlanden geen eenlijnige administratie van onroerende goederen. Er zijn voor die tijd al wel pogingen ondernomen om daarin verandering te brengen, maar de administratie ervan is altijd gedateerd gebleven, onoverzichtelijk en rommelig. Daardoor is het tot het einde van de 18e eeuw altijd moeilijk geweest om op basis daarvan waardebepalingen vast te stellen en aanslagen te berekenen voor de belasting.

 

Met de totstandkoming van de eenheidsstaat Nederland in 1798 wordt, in lijn met het Franse ideaal egalité (gelijkheid), geprobeerd een rechtvaardige belastingheffing in te voeren en om dat doel te verwezenlijken, wordt er een administratieve organisatie opgezet per departement. Tegenwoordig noemen we dat de WOZ.

 

In 1810 en 1811 wordt het gehele grondgebied in kaart gebracht. Daarbij wordt  een overzicht gemaakt van gegevens over het soort perceel, de eigenaren en de oppervlakte. Het project mislukt volkomen, de kaarten worden afgekeurd voor gebruik in het kadaster naar Frans model in 1811, omdat deze weinig systematisch zijn en onvolledig van opzet. Kortom het is een chaos.


Nadat het Koninkrijk Holland in 1810 definitief wordt ingelijfd in het Franse keizerrijk, gelden ook in het Hollands gebied de Franse wetten. Holland moet daarom te voldoen aan het hebben van een uniforme belastingwetgeving. Omdat de bestaande registraties in de Hollandse departementen niet voldoen aan de eisen van het Franse 'Recueil Méthodique', wordt in oktober 1811 het kadaster op Franse wijze in gebruik genomen. Hiervoor wordt een tweetalige editie van de Franse wetgeving uitgebracht onder de naam ‘Méthodique Verzameling der Wetten, Decreten, Reglementen, Instructiën en Decisiën’, betrekkelijk het ‘Cadaster van het Fransche Rijk’, kortweg de ‘Méthodique Verzameling’.


Enkele jaren later wordt Nederland weer onafhankelijk van Frankrijk, maar de Franse voorschriften blijven van kracht. Het proces van de kadastrering verloopt echter traag. Pas in 1825 gaat het allemaal wat sneller door de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, met daarin de geplande invoering van de samenhang tussen grondboekhouding en hypothecaire boekhouding.

 

In de periode tussen 1826 en de invoering van het kadaster op 1 januari 1832 wordt een inhaalslag  gemaakt in het maken van kartering, maar de gemaakte kaarten in deze periode zijn van aanzienlijk lagere kwaliteit dan de kaarten die voor 1825 zijn gemaakt.
In Nederland registreert de 'Dienst voor het kadaster' en de openbare registers sinds 1832 gegevens over een bepaald stuk onroerend goed (het perceel) en alle wijzigingen die zich daarin voordoen. Zo legt men de naam van de eigenaar of vruchtgebruiker vast. Ook wordt vermeld waar het perceel ligt, wat de afmetingen ervan zijn en hoe de grond wordt gebruikt. Ook wordt vastgelegd of er een hypotheek of erfdienstbaarheden op het perceel rusten, of dat er bodemverontreiniging aanwezig is. Om een perceel aan te duiden gebruikt men de kadastrale aanduiding, die altijd bestaat uit de naam van de kadastrale gemeente, de letter van de sectie en het nummer van het perceel, eventueel aangevuld met de appartementsindex wanneer het perceel is gesplitst in appartementsrechten. Een nog niet uitgemeten deel van een kadastraal perceel heet nu nog een deelperceel, bijvoorbeeld een stuk van een geheel perceel dat verkocht is. De grenzen van de nieuw te vormen percelen (het verkochte en het resterende deel) moeten nog aangewezen en opgenomen worden. Dat gebeurt doorgaans na levering.

 

Behalve deelpercelen bestaat sinds kort ook de mogelijkheid om op basis van een voorlopige grens een perceel te splitsen. Bij deze splitsing ontstaan gehele percelen met definitieve perceelnummers, voorlopige kadastrale grenzen en een voorlopige kadastrale oppervlakte. Achteraf zal dan wel de grens aangewezen en opgenomen moeten worden, maar in officiële stukken kan intussen al wel met een definitief perceelnummer naar het perceel verwezen worden. Door gebruik te maken van voorlopige kadastrale grenzen worden deelpercelen uiteindelijk overbodig.


Schepen en vliegtuigen
Het huidige kadaster verzorgt ook de registratie van de eigendom en de hypotheken op zogenaamde registergoederen zoals schepen en vliegtuigen. Schepen worden te boek gesteld in het Scheepsregister.


Landinrichting
Landinrichtingsprojecten zoals ruilverkaveling behoren ook tot de taken van het kadaster.


Topografische kartering
Sinds 2004 is de ‘Topografische Dienst’ onderdeel van het Kadaster, nu onder de naam ‘Kadaster Geo-Informatie’.


Stelsel van de Rijksdriehoeksmeting
Het Kadaster onderhoudt het Nederlandse coördinaatsysteem, de ‘Rijksdriehoekscoördinaten (RD)' (01).


HisGis logo. BronL HisGHis.

HisGis

Op HisGis, een Nederlandse site vinden we veel informatie over kaarten op het scherm met daarachter informatie over wat er op te zien is. Ook zijn er verschillende kaartlagen aanwezig die in- en uitgeschakeld kunnen worden. Aan elke kaart zijn tabellen verbonden met tekst en cijfers. Omgekeerd zijn alle tabellen weer gekoppeld aan een kaart. Het bekendste GIS is wel de Tomtom, voor het navigeren in het hier en nu. Met HISGIS kan in het verleden gereisd worden. De fundering ervan bestaat uit het gedigitaliseerde oudste kadaster van 1832. Daarop sluiten chronologische en thematische kaartlagen aan die op diverse manieren met elkaar te combineren zijn. HISGIS is opgezet per gewest en beslaat momenteel, Fryslân, Groningen, vrijwel geheel Drenthe, Overijssel, Utrecht, Zuid-Holland, een deel van Limburg  (de gemeente Sittard-Geleen) en Amsterdam. Het wil op den duur heel Nederland omvatten.


Gegevensvoorbeeld van een perceel.
De perceelslaag van 1832 bevat de volgende gegevens (voorbeeld): Opmerking: De nummers in 'I292' en 'Beerta 117' zijn niet het huisnummer van het gebouw op het perceel ‘huis en erf’! Bron: HisGis.

Voor de provincies Groningen en Fryslân zijn ruim 2500 kadasterkaarten verwerkt met in totaal ruim 500.000 percelen. Het oudste kadaster is tot stand gekomen in een tijd dat de ruimte nog niet aan voortdurende verandering onderhevig is. Vóór 1832 liggen de meeste steden besloten binnen hun grachten en beperkt het land erbuiten zich tot wat in de middeleeuwen en de 17e eeuw is ontgonnen. De opname van 1832 geeft daarom een goed beeld van Nederland vóór de grootschalige ingrepen in het landschap. Hij vormt met zijn registergegevens tevens een geschikt vertrekpunt voor speurtochten terug in de tijd. Hoe meer informatielagen op de fundering van 1832 aangesloten worden, des te groter het aantal combinatiemogelijkheden. De aansluitbare informatie verschilt echter per provincie en per stad, afhankelijk van wat bewaard gebleven is en hoe het met de bewerking staat.

 

Hij kan gecombineerd worden met elke topografische opname (1:50.000 en 1:25.000) die voor het hele land bewaard gebleven is. Historisch interessant zijn vooral de ‘Topographisch-Militaire kaart’  (TMK) van 1850-1864 en de ‘Bonnebladen’ uit de periode uit de jaren 1900-1930. Deze kunnen door rasterafbeeldingen transparant onder de perceelslaag van 1832 worden geprojecteerd. Dat geldt op termijn ook voor de gedetailleerde hoogtekaart, gebaseerd op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN).

 


Projectorganisatie
De projectorganisatie van HisGis berust bij de Fryske Akademy. De coördinatie en projectleiding worden uitgevoerd door ing. J.J.Feikens en Prof Dr. J.A. Mol. De ontwikkeling van HisGis wordt mede mogelijk gemaakt door diverse projectsubsidies, particuliere initiatieven en de Fryske Akademy (02).

 

 

 

 


 

Noten, bronnen en literatuur:

01. Bron: Wikipedia > http://nl.wikipedia.org/wiki/Kadaster

02. Bron: HISGIS > http://www.hisgis.nl
03. Kadaster > http://www.kadaster.nl

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 12 jan. 2012.
Verhaal: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top